Vaak gebruikte Engelse woorden, verkeerd toegepast
Tags: Engelse grammatica, Engelse woorden(lijsten), Gesprekken voeren, Engelse gesprekstechnieken, Zakelijk communiceren in het Engels

De meest gemaakte taalfouten in het Engels
Tijdens onze trainingen komen we vaak dezelfde meest gemaakte taalfouten in het Engels tegen. Woorden die verkeerd worden toegepast. Als we ze dan uitleggen zijn er vaak ‘oh ja’ momenten.
Men weet wel hoe het ongeveer zit maar niet precies. Daarom hebben we ze hier op een rijtje voor je gezet.
Taalfouten in het Engels, woorden die verkeerd worden toegepast
- To, Two or Too?
Two: het getal twee
There are two books on the table
To: als voorzetsel.
We are going to the cinema.
Too: als in, ook of te (veel)
Is it too early to go home? It is too difficult for you?
- See, Look or Watch?
See: is een niet actief woord. Je ogen zijn open en je ziet iets. Dat kan zonder reden zijn. Zodra we onze ogen open doen ‘zien’ we iets.
I can see a cloud in the sky. Did you see John? He was waving at you.
Look (at)
Look is een actief woord. Je levert een inspanning ook al kan die kort zijn. Je concentreert je op iets.
Look! It is raining. Look at this painting. Isn’t it beautiful?
Watch
Watch is een actief woord. Je levert een inspanning voor een langere tijd.
I like watching football on TV.
- Either or neither
Either: dit betekent ‘een van beide (n)’. Hierbij gaat het om twee personen, twee dingen of twee dieren.
I don’t mind who does it. Either of you can sign the contract. You can choose either the big dog or the small dog.
Neither
Neither: dit betekent ‘geen van beide (n) Hierbij gaat het om twee personen, twee dingen of twee dieren. Neither John or Mary wanted to go shopping. Neither the first one or the second one was good enough for Peter.
Meest gemaakte taalfouten in het Engels
Op deze site vind je een uitgebreid overzicht van Engelse woorden die regelmatig worden verward
Lees ook de tientallen fouten die in zakelijk Engels worden gemaakt (met de juiste zinnen)
Ken je de verschillen tussen formeel en informeel communiceren in het Engels? Lees over Modal verbs.
We hebben op deze pagina meer dan 150 moeilijke Engelse woorden met de Nederlandse uitleg.
- Than and then
Than
Je gebruikt than als je een vergelijking maakt: beter dan, groter dan, etc.
John is taller than Mike. This book is better than his last novel. This is a newer version than that one.
Then
Als than niet van toepassing is dan gebruik je verder altijd then.
I went to the shop and then I went home.
- Whose, who’s
Whose
Het bezittelijke naamwoord. (van wie is het?)
Do you know whose book this is? Everybody whose name starts with a B.
who’s
Wordt gebruikt als samentrekking van de woorden: who is en who has.
John is the one who’s going to be held responsible. Who’s coming to the meeting today?
Who’s been to Paris?
- Some or any
Some
Dit wordt gebruikt in zinnen met een bevestiging.
I want some sweets as well. There are some books left to be sold.
Any
Dit gebruik je in vragen en ontkenningen.
Have you got any idea where my keys are? I never had any questions like that.
- This/that/these/those
This
Je gebruikt this in het enkelvoud en als het dichtbij je is.
This picture. This phone. This pen.
That
Je gebruikt that als het enkelvoud is en verder van je vandaan.
That building is very tall. That car is really speeding.
These
These gebruik je in het meervoud en als het dichtbij je is.
These flowers are beautiful. These kittens are so small.
Those
Those gebruik je in het meervoud als het verder van je vandaan is.
What are those people talking about? Those apples over there look nice.
- Between and among
Between
Als je ‘between’ gebruikt heb je verschillende dingen /objecten / mensen benoemt.
We’ll have to make a choice between Andy and Richard. Who is most suitable for the job?
Between them they have 25,-
Among
Je gebruikt ‘among’ als je dingen wilt benoemen in een groep.
Among us is a very special person.
Among the demonstrators where many very many women.
- Bring and take
Beiden hebben te maken met objecten/dingen die je draagt/vervoert.
Het verschil zit hem in ‘ bring’ = objecten/dingen naar je toe halen en ‘ take’ = van je weg vervoeren naar een ander punt.
Je vraagt mensen dus iets naar je te brengen (bring) en je vraagt mensen ‘ to take’ iets naar iemand of een andere locatie.
Can you bring a book to John’s house?
I’ll take my umbrella, it looks like rain.
- Compliment and complement
Compliment
Een ‘compliment’ is hetzelfde als in het Nederlands.
I compliment you on your promotion.
Complement
Je gebruikt dit als je een toevoeging/verbetering wilt aangeven.
These red shoes complement your red dress.
This new kitchen will complement the rest of the house.
- Continuously and continuall
Deze woorden komen in de basis van het woord ‘ continue’, maar betekenen verschillende dingen.
Continuously
Je gebruikt dit als je wilt aangeven dat iets ‘ geen einde’ kent.
We continuously work on the improvement of our customer service.
Our company invest continuously in the training of staff.
Continually
Dit wordt gebruikt als er een start is en een einde.
I plan to have continual meetings with our manager to make sure the project evolves well.
They continually seemed to have disagreements but they get on a lot better now.
- Discreet and discrete
Discreet
Dit betekent, voorzichtig/bewust/met beleid.
We made discreet inquiries to determine whether the company was trustworthy.
Discrete
Je gebruikt dit als je iets wilt benadrukken/apart wilt benoemen/individueel.
We analyzed data from a number of discrete markets to see their sales over a period of 2 years.
- Everyday and every day
Everyday
Iets wat je normaal doet of wat een gewoonte is.
I wear my everyday shoes. (the shoes I normally wear/often wear).
Every day
Dit betekent ‘iedere dag’.
I have an egg for breakfast every day.
- Along and a long
Along
Je gebruikt dit als je je constant in een bepaalde richting beweegt.
I walked along the river for an hour.
A long
Als iets lang duurt/veel tijd kost.
I stood a long time in a long line to get my concert ticket.
- Farther and further
Farther
Gebruik dit al je het over een fysieke afstand hebt.
Groningen is farther from Amsterdam than from Amersfoort.
The wood is farther from us than the beach.
Further
Als we het hebben over een denkbeeldige afstand.
We tried everything but we can take our marketing plan no further.
- If and when
If
Als je (nog) niet zeker weet of iets gaat gebeuren.
If it rains I won’t go out.
If the sales drop, we could be in a difficult position.
When
Gebruik dit als je wilt aangeven dat iets ‘vast’ staat/gaat gebeuren.
When I get my new job, I’ll be earning more money.
I’ll let you know if I passed when I get the phone call from the exam office.
- Insure and ensure
Insure
We gebruiken ‘insure’ als we het hebben over verzekeringen.
I insure my car at the same company every year.
Ensure
Er zeker van zijn/overtuigd van zijn.
I ensure you that your order will be delivered in time.
- Number and amount
Number
Dit gebruik je als je het kunt refereren naar een bepaald aantal.
The number of people that use Netflix increased last month.
Amount
Dit wordt gebruikt als je het aantal/hoeveelheid, niet kunt tellen.
The amount of alcohol that was consumed during the party, was not normal.
- Peak and peek
Peak
Hierbij gaat het om the hoogste punt.
Many people try to climb and reach the peak of this enormous mountain.
Peek
Ergens snel naar kijken/een eerste indruk krijgen.
Before we launched our new product various people had een peek at it.
- Stationary and stationery
Stationary
Als iets niet beweegt/gelijk blijft.
I think that this is here to stay, it seems stationary.
Stationery
Dit zijn de dingen die je op kantoor/school gebruikt. Schrijfpapier, pen, mappen, enveloppen, markeer stiften enz.
I get my business stationery always from the same supplier.
- It’s and its
It’s
Dit is een samenvoeging van ‘ it is’ .
It’s very nice weather today.
It’s a great time to launch a new product.
Its
Dit gebruiken we als we een eigenschap aanduiden/een bezit.
Its plan was well thought out.
Its coat was a very nice mix of colours.
Voorkom taalfouten in het Engels
- Much and many
Much
Much gebruik je als iets niet telbaar is.
How much money do you have? Did you buy much food?
How much meat would you like? How much water is in the glass?
Many
Je gebruikt many als je het wel kan tellen.
How many coins are in your purse?
How many cows does the farmer have?
How many children are in your class?
- Little, few and less
Little
Little wordt gebruikt als je iets niet kunt tellen . (iets maar niet veel)
There is very little wine in the glass. I have very little money (I don’t have much money).
I have little time.
Few
Few wordt gebruikt als je iets wel kunt tellen.
I have to make a few phone calls. I am going away for a few days.
Less
Dit gebruik je als je iets niet kunt tellen.
Can we meet tomorrow, I have less time today.
There is less in the bottle than yesterday.
- In dit artikel: Hoe je 169 moeilijke Engelse woorden vervangt door de eenvoudige versie.
Formeel- en informeel communiceren in het Engels. - Maak jij ze ook? De 4 meest gemaakte fouten in het Engels (en hoe die te verbeteren)
- Misschien vind je dit ook handig. Een overzicht van woorden die hetzelfde klinken maar een andere betekenis hebben
Wil je jouw Engels verbeteren? Lees dan ook dit uitgebreide artikel met heel veel informatie en tips. Gratis leer mogelijkheden die direct toepasbaar zijn. - Of bekijk de uitgebreide lijst met meer dan 200 Engelse tegenovergestelde woorden
Deel het artikel met anderen hieronder. Bedankt!
Prachtig rijtje weer. Dank.
Geen dank Karin, graag gedaan.